Update mei 2012: werkgevers optimistisch over werkgelegenheid
Een belangrijke taak van OFED is het volgen van ontwikkelingen op arbeidsmarkt van de elektrotechnische detailhandel (ETD). In dat kader is er in maart van dit jaar een onderzoek gehouden onder ruim 50 werkgevers in de sector. Deze werkgevers is gevraagd naar hun verwachtingen en opvattingen over de in-, door- en uitstroom van werknemers.
Optimistisch
Het aantal werknemers in de ETD daalt sinds 2007 gestaag met gemiddeld 3,8% per jaar. In weerwil van deze
ontwikkeling zijn de werkgevers in het onderzoek relatief optimistisch gestemd. Bijna 85% van hen verwacht over één jaar hetzelfde aantal of meer werknemers in dienst te hebben. Voor de langere termijn (drie jaar) geldt dit nog steeds voor bijna 80% van de werkgevers. Bij iets minder dan de helft van de werkgevers zijn de afgelopen twaalf maanden één of meerdere werknemers vetrokken. Voor de komende twaalf maanden is het verwachte verloop van werknemers beperkt: ruim 70% van de werkgevers verwacht niet dat er
werknemers de organisatie zullen verlaten.
Vacatures
De helft van de werkgevers heeft de afgelopen twaalf maanden één of meerdere vacatures gehad. Over het algemeen zijn de vacatures niet moeilijk vervulbaar. Een derde van de vacatures is dat wel. De belangrijkste redenen daarvoor zijn volgens de bevraagde werkgevers, dat er onvoldoende geïnteresseerde sollicitanten zijn of dat het opleidingsniveau/vakkennis onvoldoende is. Dat neemt niet weg dat driekwart van de werkgevers het kennis- en opleidingsniveau van nieuwe werknemers voldoende of goed vindt.
Ontwikkeling van werknemers
Ontwikkeling van werknemers is belangrijk. Het maakt de sector interessant om in te werken, biedt werknemers de mogelijkheid om hun eigen inzetbaarheid te versterken en draagt bij aan de kwaliteit van de dienstverlening. Ruim 85% van de werkgevers vindt dat de ontwikkelingsmogelijkheden voor werknemers in zijn bedrijf voldoende of goed zijn. Zij zijn het ook gemiddeld in vrij sterke mate eens met de stelling ‘Ik investeer in de kwaliteit van mijn medewerkers’. Werkgevers zijn positief over de bereidheid van werknemers om zich te ontwikkelen. 70% van de werkgevers is het (helemaal) eens met de stelling ‘Medewerkers zijn bereid zich te ontwikkelen’; slecht 8% onderschrijft deze stelling (helemaal) niet.
Over de doorgroeimogelijkheden voor werknemers zijn de werkgevers iets minder positief gestemd: 22% is het (helemaal) oneens met de stelling ‘In mijn bedrijf zijn voldoende doorgroeimogelijkheden voor medewerkers’; de helft heeft een neutrale mening. Aangezien zowel binnen de ondervraagde groep werkgevers, als in de sector de overgrote meerderheid van werkgevers minder dan tien werknemers in dienst heeft, is dit geen onverwachte uitkomst.
Behoefte aan flexibiliteit
Bij de onderzochte groep werkgevers heeft 77% van de werknemers een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd; 14% heeft een tijdelijke arbeidsovereenkomst. Dit zijn geen percentages die sterk afwijken van het gemiddelde op de arbeidsmarkt. De vraag is of werkgevers in de sector mogelijk meer of minder behoefte hebben aan werknemers met een flexibel contract. Werkgevers in de ETD zijn daar niet heel uitgesproken over: enerzijds zegt ruim 40% van de werkgevers de voorkeur te geven aan werknemers met een flexibel contract, anderzijds geeft 30% expliciet aan voorkeur te hebben voor werknemers met een vast contract. Een groep van eveneens 30% heeft geen duidelijke voorkeur.
Tot slot
OFED dankt de werkgevers die hebben deelgenomen aan het onderzoek. De resultaten zijn belangrijk voor de ontwikkeling van dienstverlening van de OFED en voor het vergroten van de kennis over de arbeidsmarkt in de sector.